Nadat ouders hun kinderen ‘s ochtends bij basisschool ’t Palet hebben afgezet, neemt een aantal van hen zelf ook plaats in de schoolbanken. Het hele jaar door staan ook voor volwassenen cursussen Woordenschat+ en Bijspijkeren op het programma.

Wil je dat kinderen goed Nederlands spreken en schrijven, dan is het belangrijk dat ook hun ouders de Nederlandse taal beheersen. Verschillende ouders van kinderen die meedoen aan het taalproject Woordenschat, spreken zelf geen of nauwelijks Nederlands. De ouders die meedoen aan de taalles willen graag hun Nederlandse taal verbeteren. Voor zichzelf natuurlijk, zodat ze zich verstaanbaar kunnen maken op school, werk of in de supermarkt, maar ook om te kunnen volgen hoe hun kinderen het doen op school en om te kunnen helpen met een schoolopdracht.

Dus is er niet alleen extra aandacht voor taal tijdens en na de les voor de basisschooljeugd, maar is er ook een taalklasje voor volwassenen. Twee dagen en een avond per week is één van de lokalen van ‘t Palet niet gevuld met kinderen maar met hun ouders. “Als ze hun kinderen hebben afgezet op school, komen ze hier naar toe”, vertelt coördinator Ria de Vries. “Zo willen we het ouders zo makkelijk mogelijk maken om deel te nemen aan de lessen.” Ook de lessen zelf zijn laagdrempelig, zo start iedere ochtend met koffie en een gezellig gesprek. Naast het lezen en schrijven is er ook veel aandacht voor het spreken van de Nederlandse taal.”

In een klaslokaal op de begane grond zitten een aantal moeders achter een computer met een oefenprogramma. De cursisten zijn afkomstig uit veel verschillende landen, maar hebben twee dingen gemeen: allemaal wonen ze in Woensel-West en willen ze beter Nederlands leren. “Dat doen ze op eigen niveau en tempo”, vertelt Ria. Daarbij worden ze geholpen door een vaste vrijwilliger die helpt met het uitvoeren van de opdrachten of het uitspreken van een moeilijk woord. Zo heeft één van de moeders moeite met de lettercombinatie eu. “Die hebben we in mijn taal niet”, vertelt ze. Daarbij krijgt ze hulp van Ria, ook de andere ouders hebben een vaste begeleider. “We werken per groep met een vaste club vrijwilligers om iedere ouder zoveel mogelijk aandacht en begeleiding te kunnen geven.  Het lesprogramma bestaat onder meer uit digitale taalprogramma’s op verschillende niveaus, waarmee de ouders ook thuis aan de slag kunnen.” 

Ondertussen heeft haar cursist oefenvragen beantwoord. Op haar bureau ligt de volgende uitdaging alweer te wachten: voorlezen uit het boek Kikker en Haas. Daarna is de nieuwsbrief van school aan de beurt, zodat ze weet waar haar kind mee bezig is.